Noordelijke Ontsluitingweg Greenport

Al vele jaren worden heftige discussies gevoerd over de ontsluiting van de (noordelijke) Bollenstreek richting Haarlemmermeerpolder.
Veel studies zijn daarbij verricht over een mogelijke tracékeuze en recent heeft de provinciale projectgroep het gepresteerd omwonenden in de gordijnen te jagen door nog even snel een zogenaamde Spoorvariant toe te voegen.
Er is niet alleen sprake van een langdurig, maar ook onvolledig besluitvormingsproces.
De Commissie MER (Milieu Effect Rapportage) heeft namelijk geadviseerd eerst te komen met een betere onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe wegverbinding.
Daartoe zou een knelpuntenanalyse moeten worden uitgevoerd.

Kennelijk is hier sprake van bestuurlijk onvermogen om te komen tot een heldere aanpak en in de juiste volgorde:
Eerst dient nut en noodzaak van een nieuwe wegverbinding onweerlegbaar te worden aangetoond, waarbij ook gekeken zou moeten worden naar mogelijkheden om de bestaande infrastructuur te verbeteren.
Indien aangetoond, dan kan vervolgens worden nagedacht over de mogelijke tracés en dat uiteraard in nauw overleg en samenspraak met de lokale bevolking en omwonenden.
Het proces dient te worden afgesloten met een heldere en openbare besluitvorming.

Er is wel sprake van een zogenaamde top-downbenadering, maar tegelijkertijd ontbreekt het aan een goede provinciale visie ten aanzien van de wegenstructuur en als er al sprake is van een visie, dan blijkt er geen overkoepelende visie te zijn van de beide provincies Noord- en Zuid-Holland. Zonder voldoende bestuurlijke aansturing wordt een woud aan project- en werkgroepen in het leven geroepen en worden externe adviseurs ingehuurd om de klus te klaren.
Merkwaardig genoeg is in het verleden in de Bollenstreek wel geïnvesteerd in een
Noord-Zuidverbinding (de N 206), maar zijn de bestaande Oost-Westverbindingen ernstig verwaarloosd.
Hoewel naar de mening van de Verenigde Lokale Partijen Zuid-Holland vanuit de lucht provinciegrenzen niet waarneembaar zijn, moet er wellicht een uitzondering worden gemaakt voor de N206: deze eindigt echt abrupt bij de provinciegrens van Noord-Holland, waarna het verkeer zich door de kern van Vogelzang moet wurmen. Lachwekkend en triest tegelijk.

Ook op het terrein van de infrastructuur heeft de provincie bewezen niet over toegevoegde waarde te beschikken: geen visie, geen voortgang, slechte communicatie en het ontbreken van een heldere en zichtbare besluitvorming.
Deze taken kunnen beter en effectiever worden uitgevoerd door een, al dan niet tijdelijk, samenwerkingsverband van betrokken gemeenten. Zo mogelijk zou gebruik gemaakt kunnen worden van het reeds bestaande samenwerkingsverband GOM (Greenport Ontwikkelings Maatschappij) of SDB (Samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek).
En niet onbelangrijk: de financiën zijn beschikbaar door de jarenlange donaties aan het RIF (regionaal investeringsfonds).
De Verenigde Lokale Partijen staat op het standpunt, dat de provinciale taken drastisch dienen te worden teruggebracht, op termijn dient deze bestuurslaag wellicht te verdwijnen.
De vrijkomende middelen kunnen worden overgeheveld naar gemeenten of, al dan niet tijdelijke, samenwerkingsverbanden voor het aanpakken van bovenlokale zaken.
En bij deze operatie dient ook zo snel mogelijk een einde te komen aan het heffen van provinciale opcenten. Deze middelen zijn voor de provincie vrij beschikbaar en worden bijna per definitie niet besteed aan het wegverkeer.
Voor de beeldvorming: het gaat inmiddels in Zuid-Holland om een jaarlijkse bijdrage van
€ 400 voor een middenklasser!

Jaap de Moor, kandidaat Statenlid

Geef een reactie