New business met groene en hoogwaardige plantenstoffen uit de tuinbouw

Koepelprogramma creëert nieuwe ketens

1 juni 2015

Met behulp van het publiek-private koepelprogramma ‘New business met groene & hoogwaardige plantenstoffen uit de tuinbouw’ wordt noodzakelijke kennis ontwikkeld om aanbieders en afnemers van plantenstoffen gemakkelijker aan elkaar te koppelen. En komen nieuwe ketens beter tot stand. Dat is de verwachting van Jan Smits, projectmanager van het Kenniscentrum Plantenstoffen. Hij heeft het koepelprogramma opgesteld met zes Greenports, FloraHolland, WUR en Universiteit Leiden, in opdracht van Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U).

Smits’ werk heeft geresulteerd in een roadmap. Het gaat daarin om de kennis- en innovatievraagstukken per schakel in de keten. Ze maken duidelijk wat er moet gebeuren om een toepassing met plantenstoffen commercieel mogelijk te maken. “Vanuit de marktvraag naar plantenstoffen bekijken we in welke planten deze stoffen zitten en hoe we met rassenkeuze en teeltmaatregelen tot een zo hoog mogelijke opbrengst van die stof kunnen komen. Alle aspecten komen daarbij aan bod: van biodiversiteit en teelt tot aan bioraffinage en extractie”, zegt Smits.

De bedoeling is dat dit topsectordocument een kader biedt voor innovatieve projectvoorstellen, zodat deze sterker zijn en gemakkelijker tot wasdom komen. Ook universiteiten en hogescholen kunnen aan de hand van het koepelprogramma een initiatief ontwikkelen en dat voorleggen aan partijen in het bedrijfsleven. De aansturing van het koepelprogramma gebeurt door een consortium van de zes Greenports, FloraHolland, Kenniscentrum Plantenstoffen, WUR en Universiteit Leiden. Zij brengen ook advies uit aan de Topsector T&U over de ingediende projectvoorstellen en besluiten of een ingediend voorstel voor cofinanciering in aanmerking komt.

“Een mooi voorbeeld is de wereld van gewasbeschermingsmiddelen. De industrie schreeuwt om een groene oplossing. De vraag is: hoe ontwikkelen we een gewasbeschermingsconcept op basis van plantenstoffen  en zonder chemisch-synthetische stoffen? Aan de hand van het visiedocument gaan we in op alle vraagstukken die aan de orde zijn bij het creëren van een valide keten met plantenstoffen. Er blijven geen ‘blinde vlekken’ meer over. We zoeken naar robuuste ketens en goede verdienmodellen voor de tuinbouw”, legt Smits uit.

Het voorgestelde koepelprogramma is vooralsnog in conceptfase. Het ligt nu bij de Topsector die het totale topsector programma deze maand ter goedkeuring voorlegt aan het ministerie van Economische Zaken. Naar verwachting gaat het voorstel in per 2016 en loopt het door tot en met 2019. De bedoeling is dat in die periode tien rendabele ketens tot stand komen. Smits: “We denken aan zo’n vier of vijf projectvoorstellen per jaar. Om te kunnen slagen moet de helft daarvan succesvol zijn.”

Het Kenniscentrum Plantenstoffen heeft een voorname rol gespeeld bij de totstandkoming van  de roadmap, maar er zijn meerdere partijen betrokken. Ook kennisinstituten als Leiden Universiteit en Wageningen UR en zes Greenports hebben meegewerkt. Projectmanager Smits is daar blij mee. Juist door zo veel mogelijk samen te werken hebben innovatieve toepassingen een grotere kans van slagen. “We moeten elkaar versterken en kennis vergaren die ons allemaal verder helpt.”

Geef een reactie